Vraag uw buurman of hij uw hypotheek- of studieschuld wilt kopen en beschouwen als bezit, waarschijnlijk zal hij dat resoluut afwijzen. Toch zit ons hele wereldwijde financiële systeem sinds 1971 zo in elkaar. We hebben collectief de schuld van een ander gekocht en op de balans gezet als bezit omdat er naast de renteontvangsten uiteindelijk ook aflossingen tegenover staan.

De koopkracht van het geld dat in de schuld werd gestoken bleef door deze twee componenten intact en de schuld financierbaar. De buurman kon zijn schuld, met rente, blijven betalen.

 

Het systeem van rijk worden door schuldcreatie en een verzorgingsstaat op krediet loopt op haar laatste benen. Dat gaan we voelen. Door de aanhoudende crisis zal de werkloosheid verder oplopen. Ondernemers gooien het bijltje er bij neer, omdat het door interventies van centrale banken in de geld- en kredietmarkten steeds onzekerder wordt of ondernemersrisico in de nabije toekomst nog loont. Om de overheidsbegrotingen nog enigszins op orde te houden zullen klassieke recepten worden gebruikt: het dienstenniveau zal verder worden verschraald en de lasten voor burgers zullen verder worden verzwaard. Daarmee is de middenklasse het kind van de rekening. Die betaalt al fors voor de bureaucratie en het vangnet voor de zwakkeren en de onderklasse. Maar inmiddels wordt deze groep ook aangeslagen het tweede vangnet: zowel indirect in de vorm van garanties, als direct in de vorm van geldinjecties. De middenklasse draait op voor het in stand houden van de verzorgingsstaat en het in de lucht houden van het bancaire en financiële systeem. Daarmee is ze als een citroen die heel langzaam wordt uitgeperst

Ook spaarders gaan het voelen. Waar ze vroeger zorgeloos konden genieten van de wetenschap dat de koopkracht van hun spaargeld was gegarandeerd, moeten zij gaan wennen aan de voortdurende instabiliteit van het systeem, met uitspraken en manipulaties van centrale bankiers en met de gevolgen van politieke beslissingen. Dat ze desondanks niet vluchten uit het systeem is echter wel te begrijpen. Het heeft de afgelopen dertig, veertig jaar ogenschijnlijk goed gefunctioneerd. Er kon in worden gespaard en betaald, de economie groeide en er was stabiliteit. Het idee omarmen dat dit op het punt staat te eindigen is moeilijk. Het papieren systeem is als het ware ingesleten in de identiteit. En het opgeven van de eigen identiteit is misschien wel het moeilijkst dat er is. De meeste spaarders behoren ook tot de groep van ouderen. Zij beschikken over het grootste deel van het nog aanwezige spaargeld. Oudere mensen zijn over het algemeen conservatief en risicomijdend. Nu switchen naar een ander spaarmiddel is niet het eerste dat bij hen opkomt. Toch doen spaarders er goed aan verder te kijken dan het huidige systeem.

De financiële systeemcrisis liet op zich wachten. Met vallen en opstaan is het door actief management gelukt het monetaire en financiële systeem een aantal decennia op de been te houden. Op de korte termijn werden hierdoor pijnlijke recessies vermeden. Het bleek echter ten koste te gaan van de economische stabiliteit op langere termijn. Een combinatie van machtspolitiek, roekeloze monetaire expansie, onevenwichtige regulering, fiscale blunders, falend toezicht en menselijke hebzucht mondde uit in een eigentijdse ‘tulpenbollengekte’ op wereldschaal. Iedereen deed eraan mee, iedereen vond het normaal, niemand zag meer het begin en het eind.

Tot 2007 werkte het nog. In dat jaar kwam er echter een eind aan de groei van de geldbubbel. Het monetaire systeem dat niet meer was gebaseerd op het vertrouwen in de disciplinerende werking van goud, maar op het vertrouwen dat we hadden in een gedisciplineerd financieel systeem en het oordelend vermogen van centrale bankiers, brak. De achilleshiel bleek het ‘Global Casino’: het in de geldbubbel gestoken spaargeld is door overheden en banken verkwanseld. Het is door overheden uitgegeven aan mooie doelen en door banken verkeerd geïnvesteerd. Wat overblijft zijn schuldbewijzen zonder waarde.

Omdat voortbestaan van de politieke economie staat of valt bij een goed functionerend banksysteem, proberen overheden wereldwijd deze sector met onorthodoxe maatregelen overeind te houden. Maar de reddingsoperaties kostten de diverse overheden zo veel geld, dat zwakkere overheden nu zelf in problemen zijn gekomen. En omdat banken een groot deel van de overheidsschuld van ook deze zwakkere landen bezitten, is er een zichzelf versterkende golf van problemen ontstaan. Zonder redding van landen vallen banken om en zonder redding van banken vallen landen om.

Vandaar dat na de banken in 2008 nu ook Griekenland, Ierland en Portugal moesten worden gered. Alle wereldwijde monetaire en fiscale stimulansen hebben tot nu toe echter niet kunnen niet voorkomen dat de schuldeconomie langzaam wegzakt. Er moet waarschijnlijk nog veel meer geld heen. Maar de publieke steun voor de reddingsoperatie brokkelt snel af. De politieke economie loopt hierdoor gevaar. Desintegratie van dit politiek-economische systeem is momenteel zelfs niet meer uit te sluiten. Dat kan een zegen zijn, want wereldwijd smacht men naar een terugkeer van transparante verhoudingen en een eerlijker verdeling van mogelijkheden.

Hoewel historisch gezien transities gepaard gaan met verarming, sociale onrust, revolutie en zelfs oorlog, staan zij ook voor nieuwe kansen. Oude vastgeroeste patronen worden vervangen door een nieuwe dynamiek. Mensen zetten de schouders onder een nieuwe werkelijkheid met perspectief op verbetering. Internet zal waarschijnlijk een belangrijke rol gaan spelen in deze transitie. Vergelijk het met de opkomst van de boekdrukkunst in de middeleeuwen: de machtigste kosmopolitische organisatie van die tijd, de kerk, takelde door de snelle verspreiding van ongefilterde kennis af. Rijmt de geschiedenis ook deze keer?

Sander Boon

www.geldbubbel.nl